Nationale Dodenherdenkingen in Bilthoven en Westbroek

Categorieën

  • Evenementen

Onder enorme belangstelling hebben we weer stil gestaan bij de gevallenen voor ónze vrijheid tijdens de Nationale Dodenherdenkingen. Dit jaar in Westbroek en zoals gebruikelijk in Bilthoven. Burgemeester Fränzel sprak in de Hervormde kerk in Westbroek en wethouder Smolenaers gaf een toespraak in Bilthoven. Kinderburgemeester Cato droeg een gedicht voor. Lees hieronder de toespraken en het gedicht.

Goedenavond allemaal,

Als wij straks twee minuten stil zijn, waar denkt u dan aan? Aan wie denkt u?

Denkt u aan uw vader of moeder, die de Tweede Wereldoorlog hier in Westbroek of Achttienhoven meemaakten?

Of denk jij aan je opa of oma, die je af en toe een spannend verhaal over de oorlog vertelde?

Denkt u aan de onzekerheid waarin zij leefden, omdat zij geen idee hadden of ze ooit weer echt vrij zouden zijn?

Aan de honger die zij leden? Aan hun blijvende verdriet om iemand die omkwam en die hun zo dierbaar was?

Of denkt u aan een van de 31 Joodse vluchtelingen uit Duitsland of Polen die hier veiligheid hadden gezocht?

Die meehielpen op het land, alsof zij nooit anders hadden gedaan? Die deel uit gingen maken van de hechte samenleving die Westbroek was en is?

21 van hen kwamen uiteindelijk toch om in een van de Duitse kampen. Ze werden genadeloos achtervolgd door de bezetter.

Of misschien denkt u aan iemand die u kent, en die meedeed of meedoet aan een vredesmissies.

Want ook hen herdenken we in die twee minuten stilte.

Op 4 mei om acht uur zijn we stil, om iedereen te herdenken die is omgekomen in ons Koninkrijk of waar ook ter wereld.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog én in oorlogssituaties en vredesoperaties daarna. 

…………….

Op het monument buiten de kerk waar wij straks in stilte bij elkaar staan, staan 20 namen van mannen uit Westbroek en Achttienhoven.

Zij kwamen om tijdens de Tweede Wereldoorlog. Misschien denkt u wel aan een van hen.

Aan Willem de Kruijff bijvoorbeeld. 24 jaar was hij pas, toen hij omkwam. Hij werkte als zuivelarbeider.

Dapper als hij was, had hij zich aangesloten bij het verzet tegen de vijand. Waar droomde Willem van, voordat de oorlog begon?

Wat waren zijn toekomstplannen? Wilde hij misschien ooit zelf een boerenbedrijf overnemen? Of wilde hij ooit nog iets heel anders gaan doen?

Iets van de wereld zien, bijvoorbeeld? Een gezin stichten? Hoe zou zijn leven eruit hebben gezien, als er geen oorlog was geweest?

Want door die oorlog zijn geen van zijn dromen en geen van zijn toekomstplannen uitgekomen.  Willem de Kruijff stierf op 5 mei 1945.

Op diezelfde dag had bakkersknecht en verzetsman Minne Bouma ’s ochtends nog in Westbroek rondgefietst.

En iedereen aangespoord om de vlag uit te steken. Om de vrijheid te vieren. Die vlaggen hadden jarenlang op zolders verborgen gelegen.

Ze waren zorgvuldig bewaard, tot die dag waar iedereen reikhalzend naar uitkeek. De dag dat de overwinning op de nazi’s gevierd kon worden.

Juist op wat een stralende feestdag had moeten zijn, kwamen Willem, Minne en nog [6] andere mannen uit Westbroek, om in een gevecht met de Duitsers.

U kent het verhaal vast - over dit grote verdriet van Westbroek.

Met het noemen van de namen op het monument, herdenken wij al die levens, al die dromen, al die toekomstplannen van mannen, vrouwen en kinderen, die nooit uitkwamen.

Doordat ze wreed werden doorkruist door een oorlog.

Iedere oorlog slaat diepe wonden in een gemeenschap. Hoe sterk die gemeenschap ook is. Want oorlog brengt het slechtste in mensen naar boven: 

  • wantrouwen
  • uitsluiting
  • verraad.

Maar oorlog kan een gemeenschap ook versterken. Oorlog brengt ook het beste in mensen naar boven.

Oorlog zet mensen aan tot een dapperheid die ze misschien nooit in zichzelf hadden vermoed. Tot verzet tegen het kwaad – met gevaar voor eigen leven.

Teunis van de Bunt, de jongste zoon van een gezin hier in Westbroek, was zo’n dapper iemand. In Amsterdam werkte hij bij het bevolkingsregister.

Door vervalste persoonskaarten voor Joodse kinderen te regelen, redde hij veel levens. Maar toen de bezetter dat doorkreeg, werd hij samen met vijf collega’s gearresteerd. En dood geschoten.

De oorlog bracht ook het beste in Johannes Lenssinck naar boven. Ook hij sloot zich aan bij de verzetsbeweging in Westbroek.

Zij zorgden ervoor dat onderduikers een veilig onderkomen kregen en van voedsel werden voorzien.

Johannes is pas 32 jaar en vader van een jongetje van anderhalf wanneer hij zelf tijdens een razzia in januari 1945 in Westbroek omkomt.

Vier maanden voor het einde van de oorlog. Zijn kleindochter heeft zijn indrukwekkende verhaal hier een paar jaar geleden verteld. 

Ook daarbij kunnen wij stilstaan in die twee minuten, vandaag: Wat zou oorlog met mij doen? Zou die ook in mij het beste naar boven halen?

In de bijna 80 jaar van vrede en vrijheid in ons land, was dat altijd een theoretische vraag. Maar de laatste tijd gebeurt er van alles om ons heen, wat we de afgelopen 80 jaar niet voor mogelijk hielden.

- Opnieuw is er oorlog in Europa waar maar geen einde aan komt

- Opnieuw staan mensen tegenover elkaar, sluiten mensen elkaar uit, gaat het over ‘wij’ versus ‘zij’.

- Opnieuw staat onze democratische samenleving onder druk.

En verliezen mensen het vertrouwen in onze rechters, in onze wetenschappers, in degenen die ons het nieuws brengen.

Voor het eerst in 80 jaar gaat Europa zich herbewapenen. Er wordt in Nederland gesproken over herinvoering van de dienstplicht

Onze regering roept ons op om noodpakketten in huis te halen. Terwijl we maar al te goed weten dat een oorlog uiteindelijk alleen maar verliezen kent. Dat een oorlog nooit een oplossing is.

De dreiging die we om ons heen voelen, kan ons bang of somber maken. Die kan ons een gevoel geven van machteloosheid.

Maar we zijn niet machteloos.

Ook zonder dat er oorlog is, kunnen we dapper zijn.  En kunnen we ons uitspreken, wanneer we zien dat anderen onrecht wordt aangedaan.

Ook zonder oorlog kunnen we op onze eigen manier in verzet komen tegen wat onze democratie onder druk zet. Ook zonder oorlog kunnen we ervoor kiezen om het beste in onszelf naar boven te halen.

Door niet mee te gaan in het wij/zij denken en niemand buiten te sluiten. Door elkaar als mens te blijven zien – wie we ook zijn en waar we ook vandaan komen.

Door iedere dag opnieuw de keuze te maken voor vertrouwen in elkaar en geduld met elkaar in plaats van wantrouwen of elkaar de maat nemen. 

Door een sterke gemeenschap te zijn van mensen die voor elkaar staan en opkomen. Een gemeenschap die gelooft in de kracht van onze rechtstaat. Ook vredestijd vraagt van ons, dat we dapper zijn en soms in verzet komen.

Ook daar kunnen we straks bij stilstaan, in die twee minuten. Bij wat u en ik iedere dag kunnen doen, om te helpen voorkomen dat dromen en toekomstplannen opnieuw worden doorkruist. 

Zoals de dromen en toekomstplannen doorkruist werden van de jonge mensen op het monument buiten. Zoals de dromen en toekomstplannen doorkruist werden van vluchtelingen die hier hun veiligheid zochten.

En aan wie de struikelstenen in onze gemeente ons herinneren.

Om te voorkomen dat hetzelfde ooit gebeurt met de dromen en toekomstplannen van onze eigen kinderen en kleinkinderen.

De stilte van 4 mei heeft ons heel veel te vertellen!

Dank u wel.

Toespraak wethouder Smolenaers in Bilthoven

Goedenavond allemaal,

 

Ik ben ver na de Tweede Wereldoorlog geboren. 4 mei-herdenkingen maakten altijd veel indruk op me. Maar ik wist niet altijd wat ik moest met uitspraken die ik daar hoorde, zoals: 

- Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend;

-Vrede en vrijheid vragen onderhoud;

- Of: Sta op voor vrijheid

Stuk voor stuk klinken ze zo logisch. Maar aan de andere kant is het ingewikkeld. Want eerlijk gezegd waren vrede en vrijheid voor mij wél vanzelfsprekend.

Ik wist niet beter. Ik groeide immers op in een land waar vrede en vrijheid er altijd waren. Natuurlijk wist ik best, dat dit niet overal in de wereld zo was. 

Maar hoe kon ik hier, in Nederland, vrede en vrijheid onderhouden? Hoe moest ik dat doen: opstaan voor vrijheid? Wat werd er eigenlijk van mij gevraagd?

…………….

Ik ben ver na de Tweede Wereldoorlog geboren. Maar uit verhalen, boeken en films wist ik heel goed, dat de oorlog er nog altijd was – voor mensen die de oorlog hebben meegemaakt, maar ook voor mensen die daarna zijn geboren.

Ik las, dat zij sterk moesten zijn, voor hun ouders of hun opa’s en oma’s. Dat ze zich niet over hun eigen verdriet konden uitspreken.

Omdat wat zij zelf meemaakten, altijd minder erg was dan wat hun ouders of grootouders hadden meegemaakt. Oorlog snijdt diep in het leven van mensen.

Niet alleen in het leven van de mensen die de oorlog zelf meemaakten. Ongewild wordt hij van generatie op generatie doorgegeven.

….….

Ik ben ver na de Tweede Wereldoorlog geboren. Mijn ouders, opa’s en oma’s hebben die niet aan mij doorgegeven. En toch maakt oorlog steeds vaker deel uit van mijn leven.

Want in deze tijd, waarin de wereld volop in beweging is, heb ik steeds vaker gesprekken met vrienden. We vragen ons af: Wat als….?

Wat als er een dienstplicht komt, wat doen we dan? Doen we een stap naar voren als die vrijwillig is? Gaan we, als die verplicht is?

Wat als onze democratische waarden nóg verder onder druk komen te staan. Staan we dan op? Komen we in verzet? En hoe dan?

Het zijn indringende gesprekken. Misschien voert u ze thuis ook. Met uw vrienden, met elkaar, met uw kinderen. Want wat kan er gebeuren, wanneer uw zoon of dochter op vredesmissie gaat?

Of terechtkomt in een oorlog die in volle hevigheid woedt?

‘Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend.’ Die uitspraak krijgt voor mij steeds meer betekenis. En hoe moeilijk het ook is, het er samen over hebben, is misschien op zich al een manier om vrede en vrijheid te onderhouden.

De geschiedenis leert ons namelijk, dat verlies van vrede en vrijheid met kleine, op zichzelf onmerkbare stapjes gaat. Met kleine veranderingen die we misschien op het moment zelf nog begrijpelijk vinden, of die langzaam in het leven sluipen.

Maar die zevenmijlslaarzen blijken te zijn, wanneer we terugkijken. Zevenmijlslaarzen op weg naar verlies van vrede en vrijheid voor iedereen.

In de dertiger jaren van de vorige eeuw begon het met een ander er de schuld van geven dat het economisch niet zo goed ging. Daarna volgde uitsluiting: 

- Joden mochten niet meer in bepaalde wijken of parken komen.

- Daarna mochten ze geen winkels meer hebben

- Doordat hun werkgevers de niet-Joodverklaring tekende, verloren ze hun baan en inkomen.

Vele kleine stappen leidden ertoe dat, zij uiteindelijk een ster op hun kleren moesten dragen. Zodat ze herkenbaar waren. En het bleef niet bij Joden: ook homoseksuelen, Roma, Sinti waren ‘de ander’ die je maar beter niet in je buurt kon hebben.

Ook zij werden daarom buitengesloten.  Weer een volgende stap was, dat zij werden afgevoerd naar kampen. Waar velen van hen uiteindelijk werden vermoord. En toen vroegen mensen zich af: hoe kon het zover komen?

Was het wáár dat de ander de schuld was van de problemen waar ons land voor stond? Waren die anderen wel écht zo anders? (Of hadden ze eigenlijk dezelfde dromen en verlangens die iedereen heeft?)

Wilden ze, net als iedereen, kunnen zijn wie ze waren? Wilden ze, net als iedereen in vrede en vrijheid leven met wie hun dierbaar was?

Vlak voor, en tijdens de Tweede Wereldoorlog deden feiten er niet meer toe . De waarheid werd naar de hand van de afzender gezet.

Ook in onze tijd worden feiten naar de hand van de afzender gezet. Ook in onze tijd worden oorzaken van onze maatschappelijke uitdagingen toegeschreven aan de ander.

Ook in onze tijd wordt van organisaties gevraagd geweld te doen aan hun grondbeginselen. Te verklaren, dat zij diversiteit en inclusie niet langer nastreven. Ook in onze tijd trekken we onszelf terug in onze eigen waarheid en onze eigen bubbel. Daartoe aangezet door algoritmen, technologie die we niet doorgronden, die niet menselijk is. Ook in ons land, óók in Europa komen vrede en vrijheid stap voor stap onder druk te staan.

Wanneer ik mij dát realiseer, begrijp ik opeens veel beter hoe ik kan opstaan voor vrede en vrijheid. Hoe wij vrede en vrijheid kunnen onderhouden.

In de Tweede Wereldoorlog is ons land uiteindelijk bevrijd door militairen uit geallieerde landen. Samen met iedereen die op welke manier dan ook in verzet kwam. Daar mogen we hen dankbaar voor zijn.

Daar ben ik hen dankbaar voor. Dankzij hen heb ik hier in Nederland altijd in vrijheid en vrede geleefd. En, wanneer we de signalen herkennen, kunnen wij zelf helpen voorkomen dat het ooit weer zover komt.

Opstaan voor vrede hoeft niet radicaal te zijn. Het vraagt geen verzet met gevaar van ons eigen leven. Vrede en veiligheid kunnen we onderhouden door iets te doen. Door in contact te blijven met elkaar.

En in contact te komen met wie we niet kennen. Ook met wie anders is dan wijzelf.

Dat begint in onze eigen gezinnen en families, waar de meningen ook ver uit elkaar kunnen lopen. Dat begint in onze eigen straat, wanneer we zien dat iemand zich steeds verder terugtrekt.

Dat begint hier, in ons eigen De Bilt. Door een vluchteling te vragen: 

- Wat heeft je hier gebracht? 

- Wat heb je nodig om je leven weer zelf vorm te kunnen geven?

Door ons uit te spreken wanneer we zien dat iemand wordt buitengesloten. Door nieuwsgierig te blijven naar elkaar. Door straks, vandaag, een gesprekje aan te knopen met iemand die u nog niet kent. 

Vrede en veiligheid kunnen we onderhouden door iets te doen, of door iets te laten: 

- door niet mee te gaan in het wij/zij-denken en niet zomaar iets te zeggen, omdat iedereen het zegt.

- door ons uit te spreken tegen het weg zetten van de belangrijke pijlers onder onze democratie: de media, onze rechters, onze onderzoekers.

- door vastgestelde feiten te waarderen, en niet maar een mening te noemen

- door niet te wennen aan datgene wat een jaar geleden nog ondenkbaar was.

Dat is het onderhoud aan vrede en vrijheid waarvoor wij ons allemaal en iedere dag opnieuw kunnen inzetten.

Vandaag herdenken we iedereen die is omgekomen in ons Koninkrijk of waar ook ter wereld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog én in oorlogssituaties en vredesoperaties daarna.  

Morgen en iedere dag daarna kunnen we hen herdenken door dag in dag uit onderhoud te plegen aan vrede en veiligheid. Hier, in ons land, én op andere plekken op de wereld.

Zo kunnen we voorkomen dat een nieuwe oorlog generatie op generatie wordt doorgegeven. Zo kunnen we ervoor zorgen, dat iedereen uiteindelijk kan zeggen:  ik ben ver na de oorlog geboren.

Dank u wel!

Gedicht ‘Oorlog’ voorgelezen door kinderburgemeester Cato

Oorlog.

Het is vreselijk, toch gebeurt het

Er zijn mensen die zijn niet blij en vrij

Die leven in angst, vrezen voor hun leven

En Bang zijn voor de nacht

Het Donker

De Stilte

De nacht waar bommen gezinnen uit elkaar trekken

 

Wij herdenken vandaag

Staan stil bij al die gezinnen die bang waren

Alle soldaten die hebben gevochten voor hun leven en land

Die hoopten hun familie en het licht ook ooit weer te zien

Wij zijn nu vrij, zoals het hoort

 

Niemand zou bang moeten zijn

of te denken op elk moment

zo is het voorbij

 

Wij herdenken vandaag dat er al 80 jaar vrede is

Iedereen kan zijn wie hij wil zijn

Wij mogen onze eigen mening hebben

Wij zijn vrij!