Inwoners laten zich horen op gebiedsconferentie Spoorzone Bilthoven

Zo’n 125 mensen hebben op 7 november de gebiedsconferentie over de Spoorzone Bilthoven bezocht. Op de gebiedsconferentie presenteerde de gemeente twee conceptvarianten voor het stationsgebied van Bilthoven. Deze worden uitgewerkt naar varianten, waaruit de gemeenteraad een voorkeursvariant kiest. Die dient als basis voor het opstellen van een gebiedsvisie met stedenbouwkundig plan.  

De twee conceptvarianten werden gepresenteerd door de stedenbouwkundige. Met een maquette waarin verschillende bouwvolumes konden worden uitgewisseld, maakte hij duidelijk wat er allemaal kan in het gebied.  Daarna mochten vier vertegenwoordigers van belangen- en inwonersgroepen naar voren komen om hun reactie op de conceptvarianten te geven. Vervolgens konden mensen in de zaal vragen stellen en daarna hun mening geven aan tafels en op een formulier. De presentatie van de stedenbouwkundige staat op www.doemeedebilt.nl/spoorzone onder Documenten. Een uitgebreid verslag van de avond staat daar aan het eind van de week van 13 november. 

‘Bouwhoogte is een keuze’

Variant A heeft een bandbreedte van ongeveer 700 tot 850 woningen en Variant B van 850 tot 1.000 woningen. Er waren zowel mensen die liefst zo snel mogelijk zoveel mogelijk woningen zien, als mensen die de ontwikkeling liever bescheiden houden. Er werden ook zorgen geuit, bijvoorbeeld over de mogelijke hoogte van de bebouwing.  Wat vindt programmamanager Aletta Koster van de gemeente daarvan? "Hoe hoog er gebouwd gaat worden, is op de eerste plaats een keuze. Hetzelfde aantal woningen past ook in lagere woongebouwen. Dan moet de bebouwing wel meer worden uitgespreid langs wegen en straten en worden de bouwvlakken van de complexen groter. Dat gaat ten koste van het groen en de openbare ruimte. Uit het participatieproces kwam duidelijk naar voren dat compacte, hogere bebouwing en meer groen de voorkeur heeft boven lagere, uitgespreide bebouwing en minder groen. De gemeenteraad zal daar straks over moeten beslissen."

Stedenbouwkundige inpassing

"Daarnaast hangt de beleving ook af van de kwaliteit van de ‘stedenbouwkundige inpassing", aldus Aletta Koster. "Hogere bebouwing staat in zones waar de openbare ruimte dat aankan. Richting bestaande woningen gaat de bebouwing trapsgewijs omlaag. Zo kun je op een mooie, zorgvuldige wijze de complexen inpassen."

Verkeerskundig toetsen

Ander punt van zorg bij een aantal inwoners is de verkeerssituatie.  De projectmanager zegt dat dit onderwerp volop de aandacht heeft.  "De ontwikkeling moet verkeerskundig mogelijk zijn, dat is een harde randvoorwaarde. Dat toetsen we in elke fase van de planvorming. In deze fase hebben we laten onderzoeken wat de gevolgen van de ontwikkeling zijn voor doorstroming, verkeersintensiteit en verkeersveiligheid. Wat die eerste twee punten betreft, blijkt ons wegennet de ontwikkeling van de Spoorzone te kunnen verwerken. Dat laatste punt vergt extra verkeersmaatregelen. Daarbij wil ik wel opmerken dat de problemen die daar liggen voor een deel niets met de ontwikkeling van de Spoorzone te maken hebben. Het zijn bestaande knelpunten, maar ze vragen wel om aandacht."  

Kostenneutraal

Om de ontwikkeling kostenneutraal te laten zijn, moeten er minimaal 700 woningen worden gebouwd. De opdracht van de raad luidde: onderzoek de ontwikkeling van 500 tot 1.000 woningen. Aletta Koster: "Dat hebben we dus zorgvuldig gedaan, want die kostenneutraliteit is ook een harde randvoorwaarde van de raad. De financiële experts zijn tot de conclusie gekomen dat vanaf 700 tot 750 woningen de transformatie voor de gemeente kostenneutraal is. De verklaring ligt onder andere in de inbrengwaardes van de gronden, de kosten voor gebouwd parkeren en de bouwkosten."

Geen eindpunt maar tussenstap

De ontwikkeling van de Spoorzone is een ingewikkelde klus, besluit de programmamanager. "Maar ik geloof erin, het is een gebied waar ontzettend veel kansen liggen. Hier kunnen we de betaalbare woningen bouwen die de gemeente zo hard nodig heeft. Ik vind het geweldig dat zoveel mensen hebben deelgenomen aan deze fase van het participatieproces. Ik hoop dat ze dat blijven doen! Dit is namelijk geen eindpunt maar een tussenstap richting visie. Er is nog geen definitieve beslissing genomen. Ook in de derde participatieronde, waarin we de gebiedsvisie gaan opstellen, krijgt iedereen weer de kans om mee te denken."