De feiten: hoe werkt de opvang in Nederland?
Er is op dit moment grote behoefte aan meer goede, menswaardige opvangplekken. Dit komt door de hogere toestroom van vluchtelingen dan de afgelopen jaren en door de krappe woningmarkt. Die krapte zorgt er voor dat statushouders niet kunnen doorstromen. Bekijk hieronder de verschillende vormen van opvang.
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) zijn jongeren die alleen of samen met andere kinderen of met volwassenen zonder familierelatie naar Nederland komen en hier asiel aanvragen. Een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv):
- is bij aankomst in Nederland jonger dan 18 jaar (minderjarig)
- komt van buiten de Europese Unie (EU)
- is naar Nederland gekomen zonder ouder(s) of verzorger(s) die over de jongere mag beslissen
Een amv'er waarvan bewezen is dat die bescherming nodig heeft, krijgt een verblijfsvergunning. Net als een volwassen asielzoeker. De amv'er krijgt een voogd toegewezen in Nederland. Deze groep wordt opgevangen door de organisatie Nidos.
Er is ook een groep amv’ers die nog geen verblijfsvergunning heeft. Deze groep wordt opgevangen door het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers).
In onderstaande video van de Rijksoverheid wordt een korte uitleg gegeven over amv'ers. Bekijk meer informatie over amv'ers op de website van de Rijksoverheid(Verwijst naar een externe website).
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) biedt asielzoekers onderdak in een asielzoekerscentrum (azc). Wanneer er niet genoeg plek is in de asielzoekerscentra (azc), dan vangt het COA asielzoekers tijdelijk op in de noodopvang. Dit zijn tijdelijke (nood)locaties met minder voorzieningen dan de standaard opvanglocaties van het COA.
Opvang voor korte tijd
Is er voor asielzoekers geen plek meer in de noodopvang? Dan regelen de gemeenten en veiligheidsregio's crisisnoodopvang. Dit is opvang voor korte termijn.
In onderstaande video van de Rijksoverheid wordt een korte uitleg gegeven over noodopvang. Bekijk meer informatie over noodopvang op de website van de Rijksoverheid(Verwijst naar een externe website).
Een asielzoeker is iemand die asiel aanvraagt in een ander land. In de meeste gevallen gaat het hierbij om vluchtelingen. Als deze mensen in Nederland aankomen, worden zij doorverwezen naar het aanmeldcentrum in Ter Apel. Daar kunnen zij zich registreren. De Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) neemt hun aanvraag daarna in behandeling.
Er zijn te weinig opvangplekken. Om daar wat aan te doen, zijn er verschillende maatregelen voor de korte en lange termijn. Een van deze maatregelen is de Spreidingswet.
De Spreidingswet
Sinds 1 februari 2024 geldt de ‘Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen’, ook wel de Spreidingswet genoemd. Het doel van de Spreidingswet, die op 1 februari 2024 is ingegaan, is om te zorgen voor voldoende opvangplekken en een betere verdeling van asielzoekers over provincies en gemeenten.
Het huidige kabinet is van plan de Spreidingswet in te trekken, maar het wetsvoorstel dat daarvoor nodig is, wordt waarschijnlijk pas in 2025 behandeld in de Tweede Kamer. Omdat er nog steeds een grote vraag is naar opvanglocaties, wil de gemeente hierin wel haar verantwoordelijkheid blijven nemen.
Deze ambitie hebben wij onafhankelijk van de wettelijke taak uit de Spreidingswet. Als de Spreidingswet zou worden ingetrokken, blijft deze opvang namelijk net zo hard nodig. Ook dan staan gemeenten in Nederland voor dezelfde taak. Deze wet geeft wel een indicatie hoeveel vluchtelingen gemeente De Bilt ongeveer zou moeten opvangen als we deze eerlijk over Nederland zouden verdelen. Voor gemeente De Bilt gaat het dan om 277 vluchtelingen.
Onze ambitie is om mensen voor langere tijd op te vangen, zodat ze – voor de periode dat ze hier zijn - zoveel mogelijk onderdeel kunnen zijn van de lokale samenleving en niet steeds opnieuw van plek naar plek moeten reizen en daardoor in hoge onzekerheid komen te zitten.
Gemeenten hebben de wettelijke taak om asielzoekers op te vangen. De Rijksoverheid heeft eerder de verdeling van de plekken over de provincies bekendgemaakt en ook de geschatte verdeling per gemeente. Deze verdeling is tot stand gekomen op basis van het aantal inwoners, de sociaaleconomische status van de gemeenten en het aantal al aanwezige opvangplekken. De Provincie Utrecht moet samen met de 26 gemeenten voor 1 november 2024 een plan maken voor de Rijksoverheid hoe zij 8.207 opvangplekken gaan realiseren. Voor de gemeente De Bilt gaat het om 277 opvangplekken.
Asielzoekers worden statushouders op het moment dat ze een verblijfsvergunning krijgen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) koppelt deze statushouders aan gemeenten. Gemeenten zorgen, in overleg met de woningcorporatie, voor passende woonruimte voor statushouders.
De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar hoeveel statushouders iedere gemeente een plaats moeten geven om te wonen. Dit aantal staat in de taakstelling voor huisvesting vergunninghouders(Verwijst naar een externe website). De verdeling over gemeenten hangt af van hoeveel mensen er in een gemeente wonen. Grotere gemeenten moeten meer statushouders woonruimte bieden dan kleinere gemeenten.
Gemeenten beslissen, in overleg met de woningcorporatie, wat voor soort woning ze aanbieden. Het kan een zelfstandige (huur)woning of een flexwoning zijn. Vaak doen gemeenten een beroep op sociale huurwoningen van woningcorporaties. Een statushouder mag ook zelf naar woonruimte zoeken.
Bekijk meer informatie over statushouders op de website van de Rijksoverheid(Verwijst naar een externe website).
Sinds de oorlog in Oekraïne op 24 februari 2022 is begonnen, vangen de gemeente en een flink aantal gastgezinnen binnen onze gemeente meer dan 190 vluchtelingen uit Oekraïne op. Opvang bestaat uit het bieden van een veilige plek om te verblijven, maar ook een plek in het onderwijs, (maatschappelijke en medische) zorg en ondersteuning.
De Oekraïense vluchtelingen hebben een aparte status; zij mogen in Nederland wonen en werken. De EU heeft namelijk op 4 maart 2022 de Richtlijn Tijdelijke Bescherming geactiveerd. Deze richtlijn houdt in dat mensen die het conflict in Oekraïne ontvluchten, bescherming krijgen in de lidstaten van de Europese Unie, dus ook in Nederland. Ook krijgen ze daarmee toegang tot medische zorg, onderwijs en de arbeidsmarkt.