Veelgestelde vragen invoering opkoopbescherming

Een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden over de opkoopbescherming.

De opkoopbescherming is onderdeel van de huisvestingsverordening 2024 gemeente De Bilt(Verwijst naar een externe website). De opkoop bescherming geldt voor woningen die op of na 6 oktober 2022 worden ingeschreven bij het kadaster (van de akte van levering).    

Opkoopbescherming houdt in dat de woning in de eerste vier jaar na aankoop niet mag worden verhuurd, tenzij de gemeente hiervoor een vergunning heeft verleend. Het doel van de opkoopbescherming is namelijk om zoveel mogelijk koopwoningen beschikbaar te houden voor mensen die graag in deze prijsklasse willen kopen en er zelf willen wonen.

Met ‘aankoop’ bedoelen we in dit geval: de datum van inschrijving in de openbare registers (kadaster) van de akte van levering.

Als je de woning voor 6 oktober 2022 al in eigendom had, mag je deze zonder vergunning opnieuw verhuren als de verhuur aan de huidige huurder eindigt.

De opkoopbescherming geldt niet voor woningen die voor 6 oktober 2022 zijn gekocht met een akte van levering.

De opkoopbescherming geldt ook niet als een woning al 6 maanden of langer werd verhuurd vóór de verkoop. Beleggers die woningen al legaal verhuren, kunnen dat dus blijven doen.

De eerste vier jaar mag u uw woning alleen verhuren met een vergunning voor verhuur onder opkoopbescherming. Deze is persoon- en situatie gebonden. Als uw kind vertrekt en de situatie verandert vervalt uw vergunning. Heeft uw dochter vier jaar of langer in de woning gewoond, dan is de opkoopbescherming daarna niet meer van toepassing op uw woning.

De (leges)kosten voor het aanvragen van een vergunning voor verhuur onder opkoopbescherming vindt u op de pagina 'Verhuren van koopwoningen'. 

Ja, ervan uitgaande dat je het juridisch eigendom van je huidige woning vóór 6-10-2022 hebt verkregen, mag je deze woning zonder vergunning verhuren. De opkoopbescherming is in deze situatie niet van toepassing.

In de wet zijn drie uitzonderingen opgenomen. In deze gevallen moet de eigenaar wel een vergunning aanvragen om de woning te mogen verhuren, maar mag de gemeente de vergunning in beginsel niet weigeren.

  • De eerste uitzondering is het in gebruik geven (verhuren) van de woning aan bloed- of aanverwanten in de eerste of tweede graad. Op de website van Rijksoverheid(Verwijst naar een externe website) kun je nagaan welke familie relaties hieronder vallen.
  • De tweede wettelijke uitzondering geldt voor woningen die voor maximaal een jaar niet-toeristisch worden verhuurd, nadat de eigenaar hier tenminste een jaar zelf heeft gewoond.
  • De derde uitzondering gaat over woningen die onlosmakelijk onderdeel uitmaken van (dat wil zeggen een kadastrale eenheid vormen met) een winkel-, kantoor- of bedrijfsruimte.